Een echte angisa moet altijd voldoen aan bepaalde afmetingen. Het standaard formaat is in de meeste gevallen een stuk stof van 90×90 cm. In enkele gevallen is er echter een grotere doek, van een meter of meer in het vierkant vereist. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Paw-tere en de Lontu-ede. Het binden geschiedt volgens bepaald gebruik steeds met vaste regels.
De eerste vouw voor elke hoofddoek is een diagonale, zodat een driehoek ontstaat. Om extra stevigheid te krijgen wordt langs de eerste vouw van deze driehoek een rand van circa 3 cm omgeslagen. Deze rand komt langs het voorhoofd te liggen, waarbij vanuit het midden in de richting van de beide opstaande zijden van de driehoek plooien gepakt worden zodat de doek makkelijk over het hoofd valt. De beide punten worden samengebonden. Vanaf deze basis komen de variaties in de bindwijzen.